Alle schulden zijn gelijk, maar het CJIB is het meest gelijk

20 januari 2017

CJIB – Voor iedereen in Nederland geldt het sociaal bestaansminimum maar met een schadevergoedingsmaatregel ben je de pineut

Joop weet het, hij heeft in het verleden een misstap begaan en nu boet hij daarvoor. Maar moet dat werkelijk zo lang duren? De rechter heeft hem een schadevergoedingsmaatregel opgelegd van € 13.000. De boete ging gepaard met een gevangenisstraf: tijdens zijn detentieperiode betaalde hij het minimale aflosbedrag van € 12,50 per maand af, verdiend met werk in de fietsenwerkplaats á € 1 per uur. Na de detentie raakte hij dakloos en het duurde even voor hij de juiste begeleiding kreeg. De betalingsregeling werd dan ook gestaakt en Joop was bezig met overleven op straat: het CJIB had niet zijn prioriteit. Toen hij uiteindelijk opgevangen werd door de Tussenvoorziening en hij enigszins geland was in zijn woning kwam ook de post weer binnen, waaronder veel brieven van het CJIB. De schadevergoedingsmaatregel was al een tijd niet afgelost en het CJIB had incassostappen genomen: zij zetten het dwangmiddel gijzeling in. Joop moest het hele bedrag in één keer betalen en anders werd hij voor 90 dagen opgesloten om daarna vrij te komen zonder iets afgelost te hebben. Het CJIB wilde niet meer akkoord gaan met een betalingsregeling omdat Joop in het verleden zo slecht contact heeft gehouden over zijn dossier. Door tussenkomst van de Nationale Ombudsman ging het CJIB uiteindelijk akkoord met een terugbetaling in 48 termijnen. Dit betekent dat Joop zich uiteindelijk gelukkig mag prijzen met een regeling van € 300 per maand, terwijl hij een bijstandsuitkering van € 650 per maand ontvangt.

De afgelopen jaren hebben veel verschuivingen plaatsgevonden op het gebied van schulden en mogelijke oplossingen daarvoor. Een minnelijke of wettelijke schuldenregeling was altijd al een optie bij problematische schulden maar sommige vorderingen stonden zo’n schuldenregeling in de weg. Denk bijvoorbeeld aan fraudevorderingen of veel soorten CJIB boetes. Gelukkig is het aantal onoplosbare schuldensituaties afgenomen, waardoor mensen met schulden in de regel sneller geholpen kunnen worden. Er is echter één heel hardnekkige schuld die in veel gevallen afbetaald moet zijn voordat een schuldenregeling kan worden gestart en dat is de schadevergoedingsmaatregel van het CJIB.

Dit heeft voor onze cliënten met hun veelal lage inkomens vaak nare gevolgen. Ten eerste betekent het dat een cliënt lang moet wachten op een schuldhulpverleningstraject: de schadevergoedingsmaatregel is vaak een boete van meer dan € 1000. De wettelijke afloscapaciteit van een alleenstaande in de bijstand (en daarvan kennen we er veel bij Stadsgeldbeheer) bedraagt zo’n € 50. Zo duurt het dus dik anderhalf jaar voordat iemand een schuldenregeling in kan. Vaak gaat het CJIB echter niet akkoord met een betaling conform de afloscapaciteit omdat zij strenge terugbetalingstermijnen hanteren. Bij hoge uitzondering ging het CIBJ in het dossier van Joop akkoord met een terugbetaling van € 300 per maand, zodat de boete in 48 termijnen terugbetaald zou zijn. Dat is dus zes keer zoveel als Joop wettelijk gezien zou kunnen aflossen. Hierdoor ontstaan andere schulden en een gang naar de Voedselbank is helaas geen uitzondering. Voor alle schulden wordt een beslagvrije voet gehanteerd, behalve voor bepaalde CJIB schulden waaronder de schadevergoedingsmaatregel. Het CJIB houdt geen rekening met de situatie van de cliënt. Dit is niet goed voor de gezondheid voor de cliënt en uiteindelijk ook slecht voor de samenleving omdat het hoge kosten met zich meebrengt.

Uiteraard is er een reden voor dit harde incassobeleid: er is een slachtoffer dat gecompenseerd moet worden. Daar valt weinig tegenin te brengen. Het is niet mijn inzet om aan ons strafstelsel te tornen. Maar ik zou graag een menselijker maat zien bij schadevergoedingsmaatregelen, te beginnen bij het opleggen van de straf. Mijns inziens zou de rechter niet enkel naar het delict moeten kijken maar ook naar de mogelijkheid tot terugbetaling door de dader. Ook zou er een mogelijkheid moeten zijn om CJIB-schadevergoedingsmaatregelen mee te kunnen nemen in een minnelijk of wettelijk schuldentraject, onder bepaalde voorwaarden zoals:

  1. na de MSNP/WSNP wordt naar vermogen (dus de afloscapaciteit) afgelost totdat 100 % van de vordering is voldaan en
  2. dit zou alleen mogelijk moeten zijn wanneer er geen nieuwe boetes/justitiële schulden zijn ontstaan in de voorgaande jaren.

Daarnaast is het zo dat het CJIB over een fonds beschikt om slachtoffers tot een bedrag van € 5000 meteen schadeloos te stellen. In gevallen tot € 5000 is het dus niet nodig om uiterlijk 48 terugbetalingstermijnen te hanteren. Een langere terugbetalingstijd zou hier een oplossing bieden, temeer omdat cliënten vaak zeggen dat ze hun schadevergoedingsmaatregel heel graag af te willen, maar gewoonweg niet kunnen betalen. Ik zou graag zien dat het fonds opgehoogd wordt zodat ook Joop een tweede kans in het leven krijgt.

Want ondertussen betaalt Joop nog steeds maandelijks € 300 van zijn bijstandsuitkering: hij woont bij zijn moeder om de woonlasten te drukken. Zij vraagt geen kostgeld waardoor hij de CJIB boete kan aflossen. Dit is het ene overheidspotje vullen met geld uit het andere potje. Er is geen kans dat Joop de komende jaren gaat werken, dus zolang zijn moeder hem nog huisvest kan de regeling doorlopen. Hoe lang zij dat nog wil doen is onzeker. Met een beetje geluk kan er over een jaar of vijf een schuldenregeling worden aangevraagd maar dan zijn we veel persoonlijk leed en een heleboel maatschappelijke kosten verder.

Jora Wolterink – Stadsgeldbeheer