Ouderbijdrage- verkeerde soort uitkering leidt tot hoog oplopende en onoplosbare schuld

8 september 2015

Mevrouw Dijkstra ontvangt de verkeerde uitkering, hierdoor loopt haar schuld maandelijks met € 340,88 op. Dat was al zo voordat zij cliënt werd van Stadsgeldbeheer en daar lijkt voorlopig geen einde aan te komen. In de periode dat zij in beheer is heeft zij € 10.346,40 aan schuld erbij gekregen. De reden? De ouderbijdrage die zij moet betalen voor haar drie uit huis geplaatste kinderen.

De instantie die de ouderbijdrage oplegt is de Gemeente, de instantie die de bijdrage int is het CAK. Het CAK heeft net als voorganger LBIO een aantal mogelijkheden om de bijdrage op nihil te stellen. Zo is bepaald dat iemand met een participatiewet uitkering (voorheen WWB) op alleenstaanden niveau wordt vrijgesteld van de ouderbijdrage. Logischerwijze kan iemand met een inkomen van € 914,50 per maand niet veel missen. Maar daar wordt anders over gedacht wanneer het een ander soort uitkering betreft; hoewel mevrouw Dijkstra nabestaandenuitkering van de SVB ontvangt die slechts €4 hoger is dan de participatiewet uitkering op alleenstaanden niveau, wordt van haar verwacht dat zij de hele ouderbijdrage betaalt. Nihilstelling is er voor haar dus niet.

Acht jaar geleden vond de uithuisplaatsing van de kinderen van mevrouw Dijkstra plaats, tegen haar zin. Ze vecht al acht jaar om haar kinderen terug te krijgen maar het enige wat zij eruit heeft kunnen slepen is dat ze het gezag over haar kinderen behouden heeft. En dat kost haar € 340,88 per maand, een bedrag dat ze niet kan betalen.

De hoogte van de nabestaandenuitkering van mevrouw Dijkstra is € 918 per maand. Samen met de huur- en de zorgtoeslag kan zij van dit inkomen net haar huur betalen en houdt ze € 50 per week over voor eten en kleding. Ze heeft geen recht op kinderbijslag omdat ze de drempel voor uitgaven aan haar kinderen niet haalt; per kind zou ze € 418 moeten besteden per kwartaal. Omdat zij geen kinderbijslag ontvangt heeft zij ook geen recht op kindgebondenbudget van de Belastingdienst. En omdat ze deze twee grote inkomstenbronnen mist heeft zij niet voldoende inkomen om de ouderbijdrage maandelijks te kunnen betalen. Kafkaësker kan het niet.

Sinds mevrouw Dijkstra cliënt van Stadsgeldbeheer is hebben we een ware trukendoos uit de kast getrokken. Zo hebben we bezwaar op bezwaar ingediend; tweemaal bij het LBIO, bij het CAK, bij Gemeente Utrecht. We hebben bijzondere bijstand aangevraagd voor de gehele bijdrage, deze werd afgewezen. We zijn met creatieve oplossingen gekomen; als ze drie maanden de ouderbijdrage vergoed zou krijgen van Gemeente Utrecht zou ze daarmee haar recht op kinderbijslag en dus kindgebondenbudget kunnen opstarten en vervolgens dus haar ouderbijdrage kunnen voldoen. Dit werd afgewezen. We zijn in hoger beroep gegaan. Afgewezen. Vorige week hoorden we dat ook de Nationale Ombudsman niets kon doen en nu lijken we uitgespeeld; enige uitweg is misschien nog dat Gemeente Utrecht net als 70 andere gemeenten in Nederland besluit de ouderbijdrage niet op te leggen omdat er een onderzoek van Staatssecretaris van Rijn loopt naar dit onderwerp. Uiteraard hebben we daarom verzocht, het antwoord is nog niet bekend maar we vrezen dat het wordt… afgewezen.

Maar neerleggen bij een oplopende schuld en dus het laten oplopen van maatschappelijke kosten doordat mevrouw Dijkstra tot in den treuren cliënt van Stadsgeldbeheer of een andere schuldhulpverleningsinstantie zal moeten blijven is ook geen optie. De enige uitweg lijkt te zijn dat zij het gezag over haar kinderen vrijwillig opgeeft. Dit kan toch niet de bedoeling van het systeem zijn.

Jora Wolterink, Consulent Stadsgeldbeheer