Hulp vragen en accepteren

16 juni 2020

Nicole is individueel begeleider bij Housing First Utrecht. Cliënten krijgen eerst een eigen woning. Vanuit daar werken we langzaam toe naar herstel. In haar blog schrijft Nicole over haar werk.

Mijn collega en ik horen een paar dagen niks van Robert. Op zich niet zorgelijk. Hij is een sociale, grappige en zelfredzame bewoner. Alleen worden die paar dagen steeds langer en steeds vaker doet hij de deur niet open. Als we Robert dan wel zien, zit hij duidelijk niet goed in zijn vel. Maar wat er met hem aan de hand is? Dat wordt ons niet duidelijk. Langzamerhand begint zijn woning te vervuilen en steeds meer spullen gaan kapot.

Beetje bij beetje komen we erachter wat er aan de hand is. Er komen vreemde mensen in de woning van Robert, hij wordt afgeluisterd en er zijn mensen die hem willen terugpakken. Hij loopt gevaar! Daar wordt hij zo boos van dat hij spullen kapot gooit. Robert heeft hulp nodig en wij zijn niet toereikend om hem die hulp te bieden. Maar Robert wil geen hulp. Hij moet en zal dit zelf oplossen. Hoe? Daar kan hij geen antwoord op geven.

Omdat Robert niet bekend is bij de ggz, is het voor ons erg lastig om hulp in te schakelen. Uiteindelijk loopt de spanning zo op dat Robert een gevaar wordt voor zichzelf en zijn omgeving. Hij wordt geboeid door de politie en krijgt onder dwang medicatie om rustig te worden. Robert wordt opgenomen, maar staat na een paar dagen weer buiten. Een drugsspychose, is de diagnose. In het hoofd van Robert is er nog niets veranderd, en dus loopt de spanning thuis weer snel op.

Binnen een paar dagen wordt Robert door de politie opgepakt voor vernieling. Gelukkig wordt nu wel gezien dat Robert hulp nodig heeft. Hij wordt opgenomen en krijgt medicatie. Ondertussen is Robert verhuisd. Door wat er is gebeurd, kan hij niet meer terug naar zijn oude woning. Ook in de nieuwe woning komt er een moment dat Robert ons vertelt dat hij wordt afgeluisterd en dat er mensen ongevraagd in zijn woning komen als hij er niet is. Alle alarmbellen rinkelen. Hoe zorgen wij ervoor dat Robert eerder hulp krijgt?

Als Robert zich onveilig voelt thuis, loopt hij ’s nachts uren door de stad en slaapt hij niet of nauwelijks. Dat heeft weer invloed op zijn geestelijke gesteldheid. Na heel veel praten accepteert Robert het om een paar nachtjes ergens anders te slapen. Zo kan hij even tot rust komen. Dit lijkt te werken. Even bijtanken en hij durft weer naar huis. Nu, een jaar later, geeft Robert het aan als hij tot rust moet komen. Gelukkig vóórdat hij zijn huis kort en klein slaat. Wij regelen dan een logeerplek voor hem. Ik ben trots op Robert, omdat hij nu om hulp durft te vragen en deze hulp ook accepteert.

De naam van de cliënt is gewijzigd.