Bij de boekpresentatie van Wim Eikholt in de Kargadoor

6 oktober 2017

Vanmiddag, vrijdag 6 oktober, is in De Kargadoor het boek “Wat ik nou toch heb meegemaakt” gepresenteerd. Jules van Dam reflecteert op de inhoud.

Wat ik nou toch heb meegemaakt’.
Een boek over een jaar dakloosheid.
Indrukwekkend en heel speciaal. Geen romantiek. Geen Doors, geen Ry Cooder, geen Tom Waits, geen Bukowski. Het is gewoon hartstikke k…. Om dakloos te zijn.
Een vroeger gezegde: iedereen kan dakloos worden, ook de professor en zakenman. Wim is geen doorsnee dakloze: hoogopgeleid, autochtoon, groot sociaal netwerk, geïntegreerd in zijn buurt en kan goed zijn woordje doen.
Recent onderzoek van Coline van Everdingen laat zien dat meer dan 50% sleep-Inn allochtoon is, laaggeletterd, vaak met alleen lagere school en met een steunsysteem van 0 tot 1 personen. Bijna alle daklozen hebben te maken met een verslaving en of psychische problemen.
Mede door zijn achtergrond is het Wim gelukt om ondanks zijn verslaving en sociale tegenslagen relatief kort dakloos te zijn geweest. Relatief. Want ook een jaar is enorm lang, zoals in het boek te lezen valt.
Inzicht in de opvang
Ook speciaal omdat het de Opvang in Utrecht van binnenuit beschrijft. Het verhaal is heel persoonlijk en leuk om te lezen. Steeds meer verhalen van daklozen worden vastgelegd. Dit is een positieve ontwikkeling, we zijn hier blij mee. Zie ook het succes van het imagoproject en de bijdrage van ervaringsdeskundigen. Het houdt ons een spiegel voor en het opent onze ogen.
Wim hekelt de Sleep-Inn, met zijn gebrek aan privacy, matige hygiëne, diefstal  en on top of that geen  haakjes om je kleren op te hangen in de douches. Ik moet Wim helaas gelijk geven. We laten noodgedwongen te veel mensen toe in de Sleep-Inn. De vraag is onverminderd hoog. Al 15 jaar willen we het maximumaantal van 55 naar 40 brengen. Al 15 jaar is er ook de hoop en verwachting dat dit binnenkort gaat lukken, met alle onderdak, die er bijgekomen is, in pensions, hostels en bovenal in gewone woningen.
Helaas is dat tot nu toe steeds niet gelukt. De komende jaren willen we, samen met de gemeente de nachtopvangplekken omzetten in kamers, waar je 24 uur per dag kan blijven. Dan is het gebrek aan hygiëne alleen nog aan jezelf te wijten. En de kledinghaakjes in de douches van de SleepInn horen er natuurlijk gewoon te hangen. Ik erger me ook dood als die op een camping ontbreken. Naar aanleiding van je boek gecheckt: Gelukkig hangen ze er nu  weer.
Ook het Catharijnehuis en het Smulhuis krijgen er van langs. Ellebogenwerk, een opgefokte sfeer, eten dat kleurloos en smakeloos is en gemaakt is uit restverwerking. Daar wordt je observatie wel heel persoonlijk. Ik weet dat het eten met veel liefde en inzet gemaakt wordt door tientallen toegewijde vrijwilligers, zoveel mogelijk met verse producten. Ik heb er zelf ook meerdere malen gegeten en eerlijk gezegd altijd even lekker.
Toegewijd en geduldig
Je noemt gelukkig wel dat onze vrijwilligers lief en toegewijd zijn en een ijzeren geduld hebben. Daarnaast ben je enorm enthousiast over Wendy van Outreach, die je steun en toeverlaat was. Wel, dat zijn wij ook. We zijn blij dat ze na een avontuur in Spanje weer terug op haar plek is, midden tussen de daklozen.
Ze heeft je in dat jaar goed leren kennen. Ik heb haar gevraagd iets over je op te schrijven. Dat mag ik nu voorlezen:
Wat mij betreft was Wim een bijzonder geval. Zowel qua proces als qua traject. Vaak gaan trajecten moeizaam, sluiten dingen niet op elkaar aan of is de cliënt niet meer gemotiveerd als hij eenmaal ergens aan de beurt is dankzij lange wachtlijsten. Bij Wim liep alles soepel, zoals je zou willen dat alle trajecten gaan. Hij kon zodra hij er klaar voor was naar de detox te gaan direct terecht bij Julianaoord, mits er een vervolgplek was.
Het LDO wilde hier goed aan mee werken en is zelfs op locatie gekomen voor een intake, omdat Wim bij de eerste intake afspraak te laat was. Zodra het traject bij Julianaoord op zijn eind liep kon hij door naar de LDO en van daaruit duurde het niet lang voor hij een urgentie kreeg. Normaal zitten er veel gaten en lang wachten in een traject, door de lange wachtlijsten…
Ik heb ook niet vaak een cliënt zo snel op zien klimmen in zo’n korte tijd. In minder dan een jaar stond er een nieuw mens voor me. Bij onze eerste afspraak moest ik hem ondersteunen, omdat hij geen evenwicht meer had en amper wist waar hij was en waarom. Hij was warrig, bevend, onzeker, gebroken en fysiek er erg slecht aan toe.
Op het eind van het traject, in iets meer dan negen maanden tijd, was hij nog steeds wat chaotisch, maar verder stond hij stevig in zijn schoenen en was trots en vol zelfvertrouwen en ideeën. Onherkenbaar opgeknapt! Voor mij was het vooral heel erg tekenend hoe belangrijk het is om op het juiste moment, het moment dat iemand om hulp vraagt, snel iets te kunnen bieden in plaats van 9 maanden tot een half jaar te moeten wachten…
Een voorbeeldig traject, of niet?
Een voorbeeldig traject, beschrijft Wendy. Dat heb je zelf anders ervaren, want ook op andere organisaties klinkt kritiek. Wachtlijsten, Weer een intake, begeleiders, die teveel in hun kantoor zitten. En jullie hebben allebei gelijk. Binnen de huidige situatie liep jij een soepel traject. Het is goed te lezen hoe anders dat ervaren wordt door degene, die dat traject ondergaat. Zoals ik al zei: veel werk aan de winkel voor ons en onze collega’s.
Een bijzondere observatie van Wim: ‘als je niets meer van mensen verwacht, werk je verloedering in de hand’. Daar heb je gelijk in. Tegelijkertijd hebben we te maken met mensen, die al te vaak moesten oplopen tegen verwachtingen, die ze niet waar konden maken. Hier moet meer maatwerk geleverd worden.
Wat ik me heel erg ter harte neem is dat je in de opvang activering hebt gemist. Als je niet geactiveerd wordt, eindig je in lethargie, zeg je zelf. En gaat het steeds slechter met je. Dat klopt. We zijn er mee bezig. Wegwijs is vorig jaar gestart in het Catharijnehuis, nu ook in de Sleep -Inn, binnenkort wellicht bij stadsteam herstel. En dan is er ook nog fifty fifty van het Leger des Heils en Wij 3.0. We zijn er mee bezig, maar ik ben het met je eens dat er veel meer kan.
Nog een mooie observatie van Wim: wat maakt een goede begeleider: echtheid, niet gespeeld. Humor. Verbazing. Relativering en Oprechtheid. Prachtig. Kan zo in onze wervingsadvertenties.
Leerpunten
Wat heb ik geleerd van het boek?
Waar moeten we nog harder aan werken in de opvang?
  • Geen nachtopvang maar 24uursopvang
  • Behandeling en begeleiding moeten op elkaar afgestemd worden. Geen hinkstapsprong van de ene naar de andere wachtlijst.
  • Niet elke keer je verhaal weer moeten vertellen
  • Zorg voor een goede landing in de buurt als je weer gaat wonen.
We gaan er mee aan de slag. We gaan er mee verder..
Tot slot.
Wim bedankt 48 mensen aan het eind van zijn boek. Dat zijn er nogal wat.
Ik moest heel erg denken aan de engelse uitspraak: it takes a village to raise a child. Je hebt een dorp nodig om een kind op te laten groeien.
In dit geval:
It takes a village to house a homeless.
Of
It takes a village to cure an addict
Of
It takes a village to write a book.
Misschien wel alle drie.
Succes!
Hou je dorpen in ere!
En ik heb een cadeautje voor je: een boekje vol recepten van het Smulhuis.