Basisinkomen: Minder bureaucratie en minder kosten?

18 juli 2017

Uit steeds meer hoeken klinkt de roep om te experimenteren met een basisinkomen. Verschillende politieke partijen zijn hier voorstander van. In het boek Gratis geld voor iedereen van Rutger Bregman wordt veelvuldig gesproken over de voordelen daarvan. Onlangs ging het in een uitzending van Tros Radar over een basisinkomen voor 55-plussers. Daarbij werd getoond hoe een 55-plusser in Finland, die voorheen druk was met solliciteren of aantonen dat hij aan het solliciteren was, voor twee jaar een basisinkomen krijgt. Hij heeft daardoor de ruimte om zijn eigen bedrijf op te zetten. Dat valt onder normale omstandigheden niet mee, want bij de start van je onderneming stopt direct je uitkering. Ook de gemeente Utrecht wil een proef starten met een regelarme uitkering. Dit stuit op veel weerstand, zo blijkt uit dit artikel in het AD / UN. Dit zou voor de uitkeringsgerechtigde moeten betekenen: minder stress, een gezonder en tevredener leven, minder schulden, een prettigere bejegening door de uitkerende partij, en last but not least: voor de maatschappij minder bureaucratie en dus minder kosten.

Gebukt gaan onder stress en zorgen brengt met zich mee dat je de dingen niet goed meer overziet en niet goed meer kan organiseren. Ook je gedrag wordt beïnvloed. Zo kun je van weldenkend en redelijk mens veranderen in een wanhopig, gefrustreerd en opvliegend karakter. Het overzicht verliezen, niet meer in staat zijn om iets goed te organiseren en steeds boos worden, helpen niet bij je herstel.

Of het basisinkomen, of een regelarme uitkering, het betere alternatief is voor het huidige systeem zal moeten blijken. Is iemand die niet wil, te motiveren om te re-integreren? Niet willen en niet kunnen liggen misschien dicht bij elkaar. Jaren terug begeleidde ik Brian. Hij kan goed praten, ziet er verzorgd uit en hij zegt te willen werken. Meerdere malen heeft hij deelgenomen aan een re-integratietraject voor ondersteuning bij het zoeken naar werk, solliciteren en werken, maar het lukte niet. Hij vond dat hij niet werd geholpen, maar juist werd tegengewerkt. In zijn ogen moest hij alleen maar dingen en werd hem niks aangeboden waar hij iets aan had. Alle voorgestelde opties of werkplekken waar hij werd voorgedragen, stuitten op weerstand. Hij had last van zijn rug, dus het werk mocht niet te zwaar zijn. En als hij er financieel niet snel genoeg op vooruit ging, dan hoefde het niet. Zijn eisenpakket was niet erg realistisch. In de praktijk ging het werken vaak niet lang goed omdat hij in conflict raakte met zijn collega’s of zijn leidinggevenden. Hij liet zich ook wel eens verleiden om te blowen onder werktijd, of hij vond het emotioneel te zwaar. De druk die hij voelde bij het hebben van een baan, maakte dat hij zich ziek, zwak en misselijk voelde. En altijd was hij écht overtuigd van zijn slachtofferschap.

Er is een groep mensen met een bijstandsuitkering die, met of zonder verplichtend karakter, moeilijk aan een baan raakt. Daarnaast zijn er ook mensen bij wie er wellicht minder obstakels bestaan om aan de slag te gaan. Hierbij zouden zij graag ondersteuning willen, maar ze zijn huiverig om bij de gemeente aan te kloppen. Dat komt voort uit angst dat ze, na zich vrijwillig gemeld te hebben, niet kunnen voldoen aan de verplichtingen en ze hun uitkering op het spel zetten.

We zijn allemaal gebaat bij een systeem dat werkt. Zowel in direct financieel opzicht als voor het welzijn van individu en maatschappij.

Gerrit Woering, individueel begeleider